Voorlopige voorzie­ningen

Het kan best een tijd duren voordat een echtscheiding is geregeld. In de tussentijd is het belangrijk dat er een voorlopige regeling geldt. Wie blijft er bijvoorbeeld in de aankomende periode in het huis? Hoe worden de kosten van de huishouding betaald? En hoe is de omgang met de kinderen geregeld? In veel gevallen lukt het de (aanstaande ex-)partners om hierover samen afspraken te maken. Als dit niet lukt, kan een rechter voor de duur van de echtscheidingsprocedure een beslissing nemen. Dat wordt ook wel een voorlopige voorziening genoemd.

Duur van een echtscheiding

Hoe lang een echtscheidingsprocedure ongeveer duurt, heb ik in een ander kennisartikel uitgelegd. Lees dat artikel dus gerust nog een keer door.

Welke voorlopige voorzieningen kunnen worden getroffen?

De voorlopige voorzieningen die de rechter kan treffen, staan in de wet. De rechter kan de volgende voorlopige voorzieningen treffen:

De rechter kan bepalen welke bedragen aan kinder- en/of partneralimentatie er moeten worden betaald. De kinderalimentatie moet worden betaald aan de ouder, aan wie de kinderen voorlopig zijn toevertrouwd.

De rechter kan bepalen welke omgangsregeling er geld tussen de kinderen en de ouder aan wie de kinderen niet zijn toevertrouwd. Daarnaast kan de rechter bepalen hoe de ouders elkaar over de kinderen moeten informeren en raadplegen.

De ouder en wie de kinderen worden toevertrouwd, wordt verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging en opvoeding. Als uitgangspunt betekent dat de kinderen ook bij deze ouder wonen. De toevertrouwing van de kinderen staat los van het ouderlijk gezag. Als ouders al het gezamenlijk gezag hadden, dan blijft dit ook het geval tijdens de echtscheidingsprocedure.

Met deze voorlopige voorziening wordt voorkomen dat de echtgenoot die de echtelijke woning moet verlaten, allerlei spullen uit de woning meeneemt.

Het gaat bij goederen die dagelijkse worden gebruikt bijvoorbeeld om kleding, persoonlijke papieren, sportspullen, speelgoed van de kinderen en toiletspullen.

Als de rechter bepaalt dat een van de echtgenoten voorlopig de echtelijke woning mag gebruiken en de andere echtgenoot weigert de woning te verlaten, dan kan de politie worden ingeschakeld om die andere echtgenoot uit de woning te krijgen. 

De rechter kan ook bepalen dat de andere echtgenoot daarna niet meer in de woning mag terugkeren.

Deze opsomming is limitatief. Dat wil zeggen dat er niet voor andere onderwerpen ook een voorlopige voorziening kan worden aangevraagd.

Het is wel mogelijk dat er een andere ordemaatregel moet worden getroffen, bijvoorbeeld een straat- of contactverbod als een van de partners de ander constant lastig valt. Zo’n maatregel moet dan echter worden aangevraagd via een andere weg dan de voorlopige voorzieningen, bijvoorbeeld via een kort geding. Hiervoor gelden andere (procedurele) regels.

Wanneer kan een verzoek voor voorlopige voorzieningen worden ingediend?

Een verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening is in principe mogelijk tot het moment dat echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand waar de echtgenoten ooit getrouwd zijn; met andere woorden totdat de echtscheiding definitief is. Dit betekent dat het mogelijk is om voorlopige voorzieningen te vragen voor, tijdens of na de echtscheidingsprocedure.

Als de echtscheidingsprocedure nog niet is begonnen als de voorlopige voorzieningen worden getroffen, dan moet dit alsnog gebeuren binnen vier weken na de uitspraak in de voorlopige voorzieningenprocedure. Gebeurt dit niet of niet op tijd, dan gelden de voorlopige voorzieningen niet meer.

Hoe verloopt de procedure?

De procedure wordt gestart met het indienen van een verzoekschrift. Dit kan alleen worden gedaan door een advocaat.

Vervolgens zal de rechtbank snel een mondelinge behandeling (zitting) plannen. Zo’n mondelinge behandeling moet volgens de wet plaatsvinden binnen drie weken na de indiening van het verzoek.

Tot de mondelinge behandeling kan de andere echtgenoot een verweerschrift indienen of zelf verzoeken doen voor voorlopige voorzieningen. Ook dit kan alleen worden gedaan door een advocaat. Als de wederpartij geen verweerschrift indient, kan tijdens de mondelinge behandeling nog verweer worden gevoerd.

Als er verzoeken over de kinderen worden gedaan, zal er bij de mondelinge behandeling in principe altijd iemand van de Raad voor de kinderbescherming aanwezig zijn om de rechtbank te adviseren.

Aan het einde van de mondelinge behandeling, zal de rechter mededelen wanneer er een beschikking (uitspraak) komt. De wet bepaalt dat dit zo snel mogelijk moet gebeuren, maar in de praktijk is dit vaak twee weken.

Het is ook mogelijk dat de rechter op de zitting al een uitspraak doet. Het is hiervoor wel nodig dat alle partijen op de mondelinge behandeling zijn verschenen. Achteraf wordt dan een proces verbaal (verslag van de mondelinge behandeling) gemaakt, waarin de beslissingen van de rechter zijn opgenomen.

Wanneer gaat een voorlopige voorziening in?

Het uitgangspunt is dat de voorlopige voorzieningen ingaan op de dag van de beschikking van de rechtbank.

De wet biedt de rechter echter ook de mogelijkheid om een eerdere of latere aanvangsdag te kiezen. Dit betekent dat een voorlopige voorziening ook terugwerkende kracht kan hebben. In de regel wordt alleen voor een eerdere aanvangsdag gekozen als het gaat om voorlopig te betalen (kinder)alimentatie.

Tot wanneer gelden de voorlopige voorzieningen?

Voor het antwoord op de vraag hoe lang de voorlopige voorzieningen duren, moet onderscheid worden gemaakt in twee situaties:

Als de echtscheiding is uitgesproken

Als de echtscheiding is uitgesproken, is het uitgangspunt dat de voorlopige voorzieningen hun kracht verliezen, zodra:

  • de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, met als resultaat een definitieve echtscheiding, of
  • zodra de mogelijkheid tot inschrijving in de registers van de burgerlijke stand is vervallen, met als resultaat dat de echtgenoten getrouwd blijven.

De echtscheiding wordt niet uitgesproken

Het kan ook zijn dat de echtscheiding niet wordt uitgesproken, bijvoorbeeld omdat het scheidingsverzoek wordt ingetrokken of afgewezen. Zodra dit in kracht van gewijsde is gegaan, verliezen de voorlopige voorzieningen ook hun kracht. Met in kracht van gewijsde wordt bedoeld dat er geen hoger beroep meer mogelijk is.

Is er hoger beroep mogelijk?

Tegen een beschikking van de rechtbank over voorlopige voorzieningen, kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Wel kan een van de echtgenoten aan de rechtbank vragen om de beschikking met de voorlopige voorzieningen te wijzigen. Dat is echter alleen mogelijk als:

  • er sprake is van een wijziging van omstandigheden sinds de eerdere beschikking, of;

  • bij de beschikking uit is gegaan van onjuiste of onvolledige gegevens,

en daardoor, alle betrokken belangen in aanmerking genomen, de voorlopige voorzieningen niet in stand kunnen blijven.

Niet iedere wijziging van omstandigheden en niet iedere onjuistheid van de oorspronkelijke gegevens kunnen dus reden zijn om de beschikking te wijzigen. Dit kan alleen in de gevallen waarin het zeer duidelijk is dat er een wijziging moet komen. Je kan daarbij denken aan de situatie dat de rechter heeft bepaald dat er voorlopig kinderalimentatie moet worden betaald en de betalende ouder daarna zijn of haar baan verliest.